Zondagavond stapte we de metro in, op naar de laatste halte. Na goed zes haltes veranderde de underground train naar een bergtreintje, dat zichzelf feilloos wist te balanceren op de rotswanden.
We werden vergezeld door heel wat skiers en zondagssleeërs. De Noren zijn zelf verzot op de sneeuw, zoveel is duidelijk!
We kwamen aan bij iets wat voor mij het sneeuwparadijs ter aarde moest zijn. Ik kon mijn ogen niet geloven. Jammer genoeg was de avond aan het vallen, begon het flink te schemeren en werd het slechts vijf à tien minuten na aankomst donker. Maar dat belette ons niet om toch rond te wandelen, de nodige sneeuwpret te beleven en dit alles vast te leggen op foto.
Maandag werd gebombardeerd tot schoolwerkdag. Dus veel opmerkelijks valt er niet over te vertellen. 's Avonds werden we door Jerney, samen met Aniek en Gemma (de andere Nederlandse dames) uitgenodigd voor pannenkoeken. Belgen zijn de koningen van het beslag, zoveel is duidelijk! Maar de sympathieke wisselwerking voor het voorzien van avondmalen valt alvast bij mij erg in de smaak! De sfeer was ook onmiskenbaar gezellig en van vijandigheid tussen buurlanden is helemaal geen sprake. Al moet ik bekennen dat ik nu en dan -akkoord, eerder regelmatig- (lees: om de haverklap) in een deuk lig van het lachen met één of andere uitspraak die de Nederlanders uit hun kleppen jagen. Al ben ik zeker dat jullie het ook moeilijk zouden hebben om jouw lach in te houden als je iemand hoort zeggen dat ze er nu helemaal geen drol meer van snapt.
Deze ochtend kwamen we met enige vertraging in de les aan -waarvoor van harte dank, mevrouw de tram-, maar gelukkig zag mijnheer Jan Sverre, onze muziekleraar, dat met (uitermate grappige) glimlach door de vingers. Dat het onderwerp, music and identity, interessant was ontken ik allerminst, maar het iets te veel aflezen van zijn papieren, zijn "éénrichtingsverkeer"-manier van lesgeven, en mijn pikkende ogen zorgden toch voor een zeker oef-gevoel toen hij het einde van de les aankondigde.
In de namiddag nam Jan Sverre ons vervolgens mee naar het International Culture Centre & Museum. Dit is gevestigd in de oude politiegevangenis van Oslo. Daarom vinden de tentoonstellingen plaats in erg kleine ruimtes, de vroegere cellen. Ik vond dit niet zozeer een nadeel. Jawel, we moesten dicht bij elkaar kruipen om allemaal binnen te kunnen, maar het hield de aandacht er gemakkelijker bij. Al was dit ook wel de verdienste van de gids, die heel boeiend en captivative wist te vertellen over de verschillende godsdienst in Oslo/Noorwegen. Normaal is een onderwerp als dit niet echt iets dat mijn aandacht weet vast te houden, maar daar is zij resoluut in gelukt. Deze excursie komt voorts aardig van pas voor het maken van onze opdracht voor Godsdienst (vanuit de HUB), what do you know?! Als dat geen meevaller is!
Nadien zijn we alweer de IKEA-bus opgestapt en hebben we nog wat broodnodige zaken aangeschaft (een kookset (enkele kookpotten, een pan, bestek), een extra handdoek en een deken (om als gordijn te gebruiken, want ja, als kotstudent moet je inventief zijn om je problemen op te lossen)). We maakten ginds ook (alweer) van de gelegenheid gebruik om onzelf van een goedkope maaltijd te voorzien.
Tot zover vandaag, tot zover de Osloiaanse (want ja, Debbie, ik weet er toch ook geen geschikter woord voor) avonturen.
Kjaer hilse,
T.
Zegt men niet dat men een kind moet zijn om een kind te begrijpen?!
Wooow!! maar één fotoke dat ik hier zie, maar ik kan me zo inbeelden hoe sjiek het daar wel niet moet zijn!
BeantwoordenVerwijderenHoe je goed bolhoed! x
Het kind heeft zich toch wel rot geamuseerd op haar geïmproviseerde sleetje.
BeantwoordenVerwijderen